"Geef mensen een kans"
“Armoede is hier in Rotterdam nooit ver weg.” Joris van der Spek is buurtpastor in de wijk Feijenoord en nr. 36 op de ChristenUnie lijst. Zijn uitvalsbasis is Sociaal Café ‘Onder de Oranjeboom’, pal naast treinstation Rotterdam ZUID. Al meer dan 20 jaar zet hij zich in voor deze wijk. Met uitzicht op de Kuip en de Essalam moskee, woont hij samen met zijn vrouw Aafke en twee dochters (6 en 4), in het hart van Zuid.
Trotse Rotterdammert
“Ik houd echt van Rotterdam. Als ik vanaf de snelweg de skyline weer zie, dan voel ik mij toch echt wel een trotse Rotterdammert. Ik ben hier gekomen als student en heb de stad om mij zien veranderen. Door mijn werk als buurtpastor kijk ik wel verder dan al die imposante gebouwen. Ik zie vooral de mensen. In goede maar juist ook in slechte tijden.”
“Iedereen heeft iets te bieden”
“Als coördinator van de Voedselbank in Feijenoord, heb ik jarenlang gezien welke impact armoede heeft op het leven van mensen. De impact is niet alleen op de portemonnee maar armoede beïnvloedt het hele leven. Daarom is soms het praatje bij het overhandigen van het voedselpakket, nog waardevoller dan het eten zelf. Mensen moeten gezien worden. Er mag geluisterd worden. Naar hun eigen verhaal. Want dit verhaal is voor iedereen anders. En iedereen heeft iets te bieden. Mensen zijn zoveel meer dan hun lege portemonnee. Ze willen vaak zelf ook graag meehelpen. Het uitdeelpunt wordt inmiddels gerund door allemaal mensen uit de wijk zelf, vaak veel (oud-) klanten. Ook zie ik veel mensen nu terug in het Sociaal Cafe. Ze geven taalles, schenken koffie, helpen met administratie. Mensen wandelen ook graag binnen voor een bakkie en een babbel.”
“Ik schaam me soms.”
“Als buurtpastor van pioniersplek Boeiend!, kom ik ook achter de voordeur bij mensen. En dan schrik je soms echt. Een gezin dat op een betonnen vloer slaapt. Geen meubels, koelkast, geen behang of vloerbedekking niks. Wat er wel vaak is: schaamte. Mensen schamen zich vaak voor de situatie waar ze in zitten. Weten vaak zelf de weg niet te vinden naar instanties. Ik schaam me soms ook. Dat we in een land leven waarin we denken het allemaal heel goed te hebben maar dat de realiteit voor sommige mensen soms zo anders is. Toch ben ik wel hoopvol. Omdat ik zie dat we veel voor mensen kunnen betekenen en dat we veel kunnen regelen. Dit huisje was bijvoorbeeld snel gevuld met spullen en we hebben dit gezin weer een beetje op de rails kunnen zetten.”
“Iedereen kan in de problemen komen.”
“Als ik iets geleerd heb, is dat iedereen in de problemen kan komen. Dat je iets naars kan overkomen in het leven, waardoor alles ontspoord. Ik woon nu een mooi huis, fijn getrouwd, gezonde kinderen. Maar wat als ik arbeidsongeschikt raak of iemand van ons ziek wordt of overlijdt? Wat als je iets traumatisch meemaakt, waardoor je mentaal helemaal vast kan lopen? Ik heb mensen gezien met banen van netto 5000 per maand die toch bij de Voedselbank terecht komen door problemen met de Belastingdienst. Een stel dat hun huis noodgedwongen moest verkopen toen de vrouw ernstig ziek werd en haar inkomen wegviel. Om vervolgens een veel duurder huurhuis te moeten accepteren. Of een weduwe die jarenlang de schulden van haar man moest aflossen. We moeten blijven zorgen voor elkaar. Oog hebben voor elkaar. Morgen zijn we het misschien wel zelf die geholpen moeten worden.”
“Zet je in voor de bloei van de stad.”
‘Zet je in voor de bloei van de stad, want de bloei van de stad, zal ook jouw bloei zijn.’ “Deze tekst uit Jeremia 29 is voor mij altijd een inspiratie geweest. Ik wil mij inzetten voor de stad. Investeren in de wijk. Ik geloof dat wij als christenen moeten meebouwen aan een beter bestaan voor iedereen. En dat bedoel ik niet alleen maar geestelijk maar ook ook praktisch: steun de lokale ondernemers, geld inzamelen voor een lokaal project als een BMX track, met elkaar de speeltuin opknappen. Samen het leven leven. De ander tot bloei laten komen. Tegelijk geloof ik niet in het vertroetelen van mensen. Mensen tot bloei laten komen, betekent soms ook ze verantwoordelijkheid laten dragen. Elk mens heeft een volgende stap die ze zelf kunnen maken. De Nederlandse taal leren, vrijwilligerswerk gaan doen, aan de slag gaan met een budgetcoach of psychische hulp regelen.”
“Geef mensen een kans”
“Werk is voor mensen ook heel belangrijk. Ik herinner me een Iraanse man die een prima opleiding in de ICT had gehad maar nergens werd uitgenodigd op gesprek. Ik heb toen een vriend gebeld met zijn eigen ICT bedrijf om deze man een kans te gunnen om zichzelf te presenteren. Hij werd aangenomen en bleek een gouden aanwinst. Hij heeft inmiddels een eigen huis gekocht en zo blij dat hij deze kans heeft gekregen. We moeten mensen ook een kans geven om te werken. Zet je netwerk in. Geef ze het vertrouwen en kijk soms wat verder dan hun naam.”
“Ik vond het best een ingewikkeld politiek jaar.”
“Het afgelopen jaar vond ik politiek gezien best ingewikkeld. De toeslagenaffaire, de lange formatie, het moddergooien heen en weer. Ik heb daarom best getwijfeld of ik op de lijst wilde. Toch heb ik ja gezegd. Omdat ik wel geloof dat we als ChristenUnie lokaal heel veel verschil kunnen maken. Ik vind het belangrijk dat we als christenen onze stem kunnen laten horen in het stadhuis. Dat we daar zijn waar de besluiten worden genomen. Ook ben ik trots op het werk van onze wethouder Michiel Grauss. Hij heeft ook ons Sociaal Café officieel geopend en wel eens meegeholpen bij de Voedselbank. Mooi om samen als christenen Gods stem te kunnen laten horen in Rotterdam. In de wijk én in het stadhuis.”