"Een Rotterdam waar ieder kind kansen krijgt"
“Ik wil in de politiek opkomen voor de mensen die niet de kansen krijgen, die ik wel heb gehad.” Annet Zevenbergen, consultant bij TwynstraGudde, is de vierde kandidaat op de kieslijst van ChristenUnie Rotterdam voor de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart. “Luisteren is de belangrijkste taak van een raadslid.”
“Ik was negen jaar toen we als gezin naar Zuid-Afrika verhuisden. Mijn ouders werkten als zendelingen in de sloppenwijken. Soms ging ik mee naar de sloppenwijken en hielp mijn ouders. Zo organiseerden we in schoolvakanties een Bijbelclub voor kinderen. De meiden daar werden mijn vriendinnen. We hadden ook regelmatig een pleegkind in huis. Toen we op een dag een kindje moesten terugbrengen naar de moeder van 16 met aids, die werkte als prostituee, ben ik met tranen in de ogen weggelopen. Die jaren hebben me sterk gevormd en maakten dat ik later koos voor de politiek”, vertelt Annet Zevenbergen.
Kloof tussen rijk en arm
Zelf woonde het gezin dicht bij het strand. “We keken uit op de dolfijnen in de zee. De kloof tussen rijk en arm is enorm in Zuid-Afrika. We hadden er als vrouw – door de onveiligheid op straat - alleen veel minder vrijheid. Toen ik terug in Nederland voor het eerst met een OV-chipkaart de bus instapte, dacht ik: “Wow, ik zit als vrouw in mijn eentje in de bus. Wat een vrijheid.’” Ze beloofde zichzelf: “Ik ga proberen alles uit mezelf te halen, omdat ik wel de kansen krijg, die anderen niet krijgen. Dan kan ik later mensen helpen.”
“Als kind wilde ik directeur van Artsen zonder Grenzen worden”
Na het vwo besloot ze in Amsterdam gezondheidswetenschappen te studeren. “Als kind had ik de grote droom om directeur van Artsen zonder Grenzen te worden. Dus een studie gezondheidswetenschappen leek me logisch. Toen ik in mijn derde jaar een half jaar vrije keuzeruimte kreeg, koos ik ervoor om me te verdiepen in het jeugdrecht. Ik wilde weten waarom we ons pleegkind in Zuid-Afrika moesten terugsturen naar een onveilige situatie. Tijdens die studie dacht ik: ik had rechten moeten studeren. Ik vond dat vak zo leuk. Dus na mijn bachelor gezondheidswetenschappen koos ik voor een pre-master rechten aan de Erasmus Universiteit en later voor een master gezondheidsrecht. Daarnaast studeerde ik economie.”
Werken op de plekken waar de keuzes worden gemaakt
Het duurde nog tot haar stage bij Defence for Children in Leiden - een organisatie die opkomt voor de rechten van kinderen - voordat ze ontdekte dat ze de politiek in wilde. “Er was daar veelvuldig contact met politici. Toen dacht ik: ik wil niet degene zijn die belt, ik wil degene zijn die opneemt. Politiek is niet alleen voor mensen die jarenlang politicologie studeren. Ook ik kan werken op de plekken waar de keuzes worden gemaakt.”
“Ik houd van het bestuurlijke, want naast een sociaal hart heb ik ook een zakelijke kant”
Naast haar baan bij Ochtendmensen - TwynstraGudde werd ze actief binnen ChristenUnie Rotterdam. “Ik houd van het bestuurlijke, want naast een sociaal hart heb ik ook een zakelijke kant. Het lijkt me fantastisch een dag per week op een school voor kinderen met een achterstand te werken, maar ik houd ook van het bestuurlijke, dat meer hoog-over is. Ik wil in de politiek opkomen voor de mensen die niet de kansen krijgen, die ik wel heb gehad. De jeugdzorg, de wachtlijstlijsten in de GGZ en de manier waarop de WMO is georganiseerd. En meer aandacht voor mbo’ers. Dat zijn onderwerpen waarvoor ik me wil inzetten.”
Zaken efficiënter en sneller regelen
Het zijn onderwerpen waar Annet ook in haar werk als consultant bij Ochtendmensen – TwynstraGudde mee bezig is. “Ik richt me op hoe we zaken efficiënter en sneller kunnen regelen. Dat kan gaan om een reorganisatie van een organisatie, maar ook om extra opvangplekken voor vluchtelingen in Nederland. Gooi mij maar in de chaos, waarin veel verbetering nodig is. Dan ben ik als een vis in het water. Ik geniet er ook van als er veel verschillende belangen zijn. Door goed naar iedereen te luisteren, voelen mensen zich gezien en gehoord. Dan maakt de precieze uitkomst vaak al niet meer zoveel uit.”
“Mijn stip op de horizon is dat ieder kind de kansen krijgt, die ik zo in mijn schoot geworpen kreeg. Dat is een gigantische stip, dat weet ik. Maar veel dingen die ik wilde, waren eerst een stip. Niet geschoten is altijd mis. En ik zit er ook niet mee als iets niet lukt. Maar deze houding brengt me wel ergens. Dus zo’n Rotterdam is mijn stip op de horizon. En ik ga ook niet beweren dat ik allemaal weet hoe het moet. Dat is zo typisch Nederlands. Geef nou gewoon toe dat je niet alles weet en luister naar anderen. Dan kom je het verst”, aldus Annet.
“Wat als we mensen weer het voordeel van de twijfel geven?”
De manier waarop we als overheid met mensen omgaan, moet wel veranderen, vindt Annet. “Wat als we mensen weer het voordeel van de twijfel geven in plaats van alles organiseren vanuit wantrouwen. Laat hen zelf vertellen wat ze nodig hebben. Pas dan zullen burgers de overheid weer gaan vertrouwen.”
Praten met de badmeester
Annet praat daarom graag met iedereen. “Als een bestemmingsplan voor een zwembad wordt aangepast, ga ik praten met de badmeester. Ik wil horen hoe het er gaat en niet alleen met directeuren om de tafel. Zodra je iemand ontmoet en in de ogen kijkt, begrijp je het ook. Ik was erg onder de indruk van een advocaat die ik ontmoette in het Kinderrechtenhuis. Als een vluchteling voor het eerst kwam, zei ze niet: ‘hoe kan ik jou helpen?’ Maar: ‘Wat een eer dat jij naar Nederland bent gekomen.” Dat is zo’n andere manier van kijken naar mensen. Mensen noemen mij misschien wel eens naïef, maar ik ben liever naïef en later teleurgesteld, dan dat ik van tevoren iemand wantrouw. Ik ga dat zeker niet aanpassen.”