Terugblik op een beladen raadsvergadering
Op zondagmiddag werd in het centrum van Rotterdam een steunbetuiging georganiseerd aan de 'Al-Aqsa Storm', een grootschalige terreuraanval op burgers in Israël. Honderden mensen werden in huis, op een festival of onderweg afgeslacht. De terreuraanval werd in de uitnodiging voor de steunbetuiging zelfs 'heldhaftig' genoemd.
We merkten in de aanloop naar de raadsvergadering dat deze steunbetuiging aan de 'Al-Aqsa Storm' groot effect had op de Joodse gemeenschap in Rotterdam. Sinds de Holocaust zijn niet zoveel Joodse mensen op één dag omgebracht. Velen uit de Joodse gemeenschap voelden zich geïntimideerd en bedreigd. Dat Rotterdammers heel verschillend denken over Israël en Palestina, is een gegeven. Maar steun betuigen aan de grootschalige moord op onschuldige burgers is dat niet.
Daarom voelden we als ChristenUnie een grote noodzaak om de steunbetuiging ondubbelzinnig te veroordelen. Het is goed om de dialoog in de stad te voeren. Maar een dialoog vraagt ook om duidelijke kaders. Want een dialoog waarbinnen steun betuigd kan worden aan moord op de ander heeft meer weg van een gijzeling.
Samen met de VVD en Leefbaar heeft de ChristenUnie een motie ingediend om als raad uit te spreken dat de steunbetuiging aan de terreuraanval walgelijk en moreel verwerpelijk is. Zodat de dialoog in de stad binnen heldere kaders gevoerd kan worden, met een duidelijke ondergrens: aan moord betuigen we geen steun. Dat hebben we in nauw overleg met vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap gedaan.
We hebben met de motie niet gevraagd om partij te kiezen in het conflict tussen Israël en de Palestijnen, maar om de steunbetuiging in Rotterdam aan terreur te veroordelen. We hebben ook niet gevraagd om deze of volgende demonstraties te verbieden. Demonstreren is een grondrecht, en dat willen we waarborgen, binnen de grenzen van de wet. Maar als geweld wordt verheerlijkt, moet je altijd een streep trekken.
Ten slotte hebben we nadrukkelijk afgewogen of we met deze motie de polarisatie in de stad verder aanwakkeren. Maar de afweging is voor ons helder: als het veroordelen van steun aan de moord op honderden onschuldige burgers polariserend zou zijn, dan is er iets goed mis in onze stad.
Bij de stemming over de motie heeft een groot deel van de raad de zaal verlaten. Daarmee werd de stemming over de motie ongeldig. We zijn verbijsterd door deze uitkomst. Het blijkt niet mogelijk om met elkaar te zeggen dat de steun aan moord die geuit is op Rotterdamse straten moreel verwerpelijk is. Gisteren is de Joodse gemeenschap van Rotterdam in de steek gelaten. Dat betreuren we ten zeerste.
Vandaag zien we wat dit losmaakt in de talrijke reacties die we ontvangen en lezen in de media. De Joodse gemeenschap is ontzet. Niet alleen in Rotterdam, maar in heel Nederland. Het gevoel veilig in Rotterdam én Nederland te kunnen leven heeft een knauw gekregen.
Onze eerste noodzaak is nu om te werken aan herstel van vertrouwen tussen het stadhuis en de Joodse gemeenschap.