ChristenUnie pleit voor ‘havendeal’: ‘zonder mensen geen transitie’
De Rotterdamse haven heeft grote ambities. Als toegangspoort tot Europa ziet het een belangrijke rol voor zichzelf weggelegd in de transitie naar een duurzame economie, een visie die door Brussel wordt ondersteund. Maar ondertussen kampt de haven met duizenden onvervulde vacatures.
Daarom pleit de ChristenUnie vandaag, tijdens het Havendebat Europa op de SS Rotterdam, voor een ‘havendeal’: een omvangrijke investeringsovereenkomst tussen bedrijven en overheden in het werven, opleiden en huisvesten van een nieuwe generatie havenarbeiders.
Wouter Jan de Graaf, kandidaat-Europarlementariër, nam namens de ChristenUnie deel aan het havendebat: ‘We moeten niet denken dat de Europese Unie alles oplost. Maar Brussel kan wel helpen om samen met lokale en nationale overheden uitdagende investeringen mogelijk te maken. Dat is keihard nodig voor Rotterdam en de Rotterdamse haven. De vele duizenden vacatures vragen om meer dan mooie woorden: zonder mensen geen transitie.’
Momenteel wordt de invulling van de vacatures in de haven onder andere belemmerd door een gebrek aan goed opgeleide vakmensen en de mogelijkheden om hen, ook als ze vanuit andere landen worden geworven, duurzaam te huisvesten. Maar waar voor deze zaken vaak naar de overheid gekeken wordt, daagt de ChristenUnie ook de bedrijven zelf uit om met gedurfde oplossingen te komen.
De Graaf: ‘Iedereen kent het verhaal van Philips: het bedrijf dat het aandurfde om hele dorpen te bouwen, met scholen, vakopleidingen, verenigingen, kerken, alles erop en eraan. Zo wist Philips het beste personeel aan zich te binden. In Rotterdam deed de Rotterdamse Droogdok Maatschappij iets vergelijkbaars op Heijplaat. En recent nog hebben overheden een deal gesloten met ASML in Eindhoven, om daar samen te zorgen voor een goed vestigingsklimaat voor nieuwe werknemers. Laten we om tafel gaan om zo’n deal te sluiten voor de Rotterdamse haven, zodat het ook daar voor een nieuwe generatie havenarbeiders goed werken, wonen en leven blijft.’
