“Ieder kind verdient het een kwartje te worden”

Michiel Grauss2018 1200800 1.png .png
Impactlogo Cirkel ChristenUnie.png
Door Webredactie op 26 januari 2022 om 09:00

“Ieder kind verdient het een kwartje te worden”

“Toen ik begon, had ik veel vooroordelen over omgaan met schulden. Inmiddels weet ik dat hulp bieden geen vorm van liefdadigheid is, maar pure rechtvaardigheid.” Michiel Grauss, wethouder armoedebestrijding, schuldenaanpak en informele zorg heeft samen met ervaringsdeskundigen, maatschappelijke organisaties en de wetenschap de armoede in Rotterdam stevig verminderd.

“Eerder dacht ik over mensen met schulden: ‘Dan zullen ze wel te luxe hebben geleefd of ze weten niet met hun geld om te gaan.’ Ik ontmoette een vrouw in een scootmobiel. Ze had fors overgewicht en op tafel prijkte een doosje sigaren. Ik dacht: dat is geen slimme combinatie. Even later ontmoette ik wetenschappers die mij vertelden dat mensen met schulden lijden aan chronische stress. Door stress functioneren je hersenen anders. Je gaat in de overleefstand en dan wil je direct je behoeften bevredigen. Langzaam vervaagden mijn oordelen en werd ik me weer bewust van wat leven vanuit genade betekent”, vertelt Michiel Grauss.

De allereerste wethouder armoedebestrijding
Al jaren is Rotterdam de armste stad van Nederland. En toch duurde het tot 2018 voordat de stad de allereerste wethouder armoedebestrijding, schuldenaanpak en informele zorg kreeg. Toen Michiel aantrad, groeide 20,6 % van de Rotterdamse kinderen op in armoede. Begin 2022 was dit percentage teruggebracht naar 16,6 %, oftewel 1 op de 6 kinderen. Het doel voor 2030 is: 1 op de 10 kinderen. 

“Mijn werk zie ik als de Bijbelse opdracht om er heel concreet voor wezen en weduwen te zijn. Hulp bieden is geen vorm van liefdadigheid, maar pure rechtvaardigheid. Bij liefdadigheid sta je boven de ander, bij rechtvaardigheid sta je naast of onder de ander. We zijn allemaal kwetsbaar en hebben allemaal hulp nodig”, stelt Michiel.

“Mensen met schulden vraag je niet om naar het stadhuis te komen”

Ondanks zijn parttime aanstelling voor twee dagen per week, zet de wethouder zich zes dagen per week op allerlei plekken in de stad in. Michiel: “Ik ga met iedereen een open gesprek aan. Mensen met schulden ervaren schaamte en ze wantrouwen de overheid. Die mensen vraag je niet naar het stadhuis te komen. Je zoekt hen op, op de plekken waar ze zijn: de school, het buurthuis, de huisarts, de voedselbank en in de kerk of moskee. Deze aanpak is totaal anders dan voorheen, maar heel noodzakelijk. Want uit onderzoek blijkt dat het bereiken van mensen met schulden het grootste probleem is.”

“Bovendien, moeten we eerlijk zijn”, stelt de wethouder. “De overheid is echt niet alleen de oplossing. De meeste armoedebestrijding gebeurt in de stad. Dat is ook aangetoond in het onderzoek naar de maatschappelijke bijdrage van religieuze en levensbeschouwelijke groepen: Tel je zegeningen. Hieruit blijkt dat zij tussen de 200 en 365 miljoen euro bijdragen aan de stad op het gebied van armoede, eenzaamheid en zorg. Eigenlijk gebeurt er heel veel buiten ons om. Waarbij het al mooi is als wij als overheid de boel niet verzieken, maar samen met de stad het goede weten te doen voor iedere Rotterdammer.”

Ervaringsdeskundigen weten wat werkt
“Het wantrouwen tegen de overheid was al groot en is sinds de toeslagenaffaire alleen maar groter geworden”, stelt Michiel. De gemeente Rotterdam stelde daarom - op initiatief van de wethouder en de gemeenteraad - ervaringsdeskundigen aan als vaste contactpersoon voor mensen met armoede en/of schulden. “We willen als gemeente mensen met schulden helpen, terwijl we vaak ook de organisatie zijn die de schulden int. Dus het meest geloofwaardig zijn mensen die zelf inmiddels uit de schulden zijn. Zij weten wat werkt. Zo ontving een contactpersoon met Kerst een appje van iemand die zei: ‘Ik heb zo’n rotbrief op de mat.’ De medewerker antwoordde: ‘Het is een rotbrief, maar volgende week komen we er samen wel uit. Ik ga bellen voor jou.’ Dat moet de boodschap zijn: Niks huisuitzetting of andere maatregelen die mensen alleen maar verder in de problemen brengen.”

“Ik had geen tijd voor een groot masterplan. We gingen gewoon aan de slag”

Volgens Michiel Grauss is armoedebestrijding en schuldhulpverlening een proces van dingen uitproberen en kijken wat werkt. “Toen ik begon, wilde ik uitdrukkelijk drie dingen niet: een groot masterplan schrijven, reorganiseren en verhuizen. Want daar had ik geen tijd voor. We gingen samen met de stad, ervaringsdeskundigen en wetenschappers gewoon aan de slag. Wat goed ging, bouwden we uit en wat niet goed ging, wijzigden we. En de afspraak was: fouten maken mag, als je er maar van leert.”

Samenwerking met collega-wethouders
Ook is armoedebestrijding niet mogelijk zonder nauwe samenwerking met collega-wethouders, stelt Michiel. “Want armoede gaat over scholing, werk, wonen, (jeugd)zorg en hulpverlening. Andersom hebben de collega-wethouders mij ook nodig. Scholen worstelen met hulpvragen rondom kinderen met achterstanden. Als kinderen door geldgebrek van ouders stress ervaren, kunnen zij zich niet concentreren op school. Dat zorgt voor extra druk op de leraren. Dus de vraag is: wat kunnen we samen doen om dit probleem te verhelpen?”

Op zes basisscholen in de stad is daarom een medewerker kansengelijkheid begonnen, gefinancierd vanuit de armoedeaanpak. “Zo willen we meer armere Rotterdammers met kinderen bereiken. Vanuit dat contact kun je mensen gemakkelijker verwijzen naar de juiste ondersteuningsregelingen van de gemeente. Eind 2021 zijn we met deze proef gestart”, aldus Michiel.

Aantal huisuitzettingen fors gedaald
Naast scholen zijn woningcorporaties de plekken waar je mensen met geldproblemen vindt en kunt helpen, aldus de wethouder. “De meeste mensen met armoede wonen in een huis van een woningcorporatie. Daarom hebben we met alle woningcorporaties prestatiecontracten afgesloten en is er een Meldpunt Preventie Huisuitzettingen (MPH) in het leven geroepen. Sindsdien is het aantal huisuitzettingen fors gedaald. Naast de persoonlijke ellende zijn uitzettingen heel duur. Dus dit is een belangrijke stap geweest.”

Graag door als wethouder
Op de vraag of Michiel Grauss door wil als wethouder, als de ChristenUnie na de gemeenteraadsverkiezingen in maart opnieuw meedoet aan de coalitie, antwoordt hij: “Jazeker, ik wil graag door. Mijn vader is nog opgegroeid in armoede. Hij begon zijn werk als timmerman en bleef in de avonduren constant bijleren. Dat was zwaar. Je ziet dat armoede in 1 generatie kan verdwijnen. Daarom draag ik vaak twee manchetknopen. De een is een dubbeltje en de ander een kwartje. De Nederlandse uitspraak “Als je geboren bent als een dubbeltje, kun je nooit een kwartje worden” is een leugen. Ieder kind in Rotterdam verdient het om een kwartje te worden. Daar zet ik mij graag nog vier jaar voor in.”

 

Labels: